Psychofysieke didactiek
 

Het programma bedient zich van een psychofysieke didactiek hetgeen wil zeggen dat, startend vanuit een fysieke invalshoek met veel fysieke oefening, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Het programma is derhalve zeer fysiek, biedt voor ieder veel plezier, en wordt ondersteund d.m.v. korte groepsgesprekken waarin ruimte is voor zelfreflectie en het maken van korte opdrachten. Voor deze invalshoek is gekozen omdat jongens in de eerste plaats vooral fysiek in de wereld zijn. Zij beschikken over een enorme dosis energie, die uitnodigt en soms dwingt tot bewegen. Daarnaast is het ook zo dat de jongens, vaker dan meisjes, moeite hebben met het verwoorden van gedachten, gevoelens en emoties. Een psychofysieke didactiek vangt twee vliegen in één klap. Jongens wordt geleerd hun energie te beheersen en te richten en tegelijkertijd wordt via fysieke vormen van communicatie andere, meer verbaal gerichte,  communicatievaardigheden aangeleerd.

 

Binnen het onderwijs is over de gehele breedte bij jongens een teruggang in schoolprestaties te constateren. Het zijn vooral de jongens die op scholen opvallen door lastig gedrag, en daarmee samenhangend verlies van motivatie. Jongens worden vaker dan meisjes uitgesloten van lessen of op andere wijze bestraft. Tijdens leerling-besprekingen wordt in geval van een jongen vaker over zijn gedrag gesproken dan over zijn kwaliteiten. Jongens doen langer over hun opleiding en meer jongens dan meisjes haken voortijdig af. Bovendien blijken steeds minder jongens dan meisjes door te stromen naar het hoger en universitair onderwijs. Een bekend feit is dat jongens veel vaker dan meisjes de daders van geweldsdelicten zijn. Minder bekend is dat het ook vooral jongens zijn die van datzelfde geweld slachtoffer zijn. Om deze redenen zijn er in Nederland verschillende weerbaarheidsprogramma’s ontwikkeld die jongens leren beter om te gaan met geweld. Het accent bij deze cursussen ligt op zelfbeheersing en de ontwikkeling van empathische gevoelens. Maar gewelddadig gedrag is slechts uiting van een dieper gevoeld ongenoegen, en zou daarom ook zo moeten worden begrepen.